In 1977 gingen Wim van den Munkhof en ik op vakantie naar Turkije. We wilden zien waar de mannen die wij lesgaven vandaan kwamen, hoe hun families woonden. Natuurlijk kregen we in die maand slechts een oppervlakkige indruk, maar we zagen toch heel wat meer dan de toeristen op de Turkse stranden.
We reden van Nijmegen tot Kahraman Maraş mee met Mehmet Ali Arslan. In één lange ruk.
Toen we vanuit Bulgarije de grens bij Edirne gepasseerd waren, ging hij voor het eerst slapen na meer dan 24 uur rijden. Met zijn handen op het stuur. Hij was in zijn eigen land!
's Nachts in Istanbul riep hij iemand aan met "Kardeş!" om de weg te vragen. En ik had net geleerd, dat dat "broer" betekende!?
Met "Teach yourself Turkish" had ik in de weken voor de reis een heel klein beetje Turks geleerd. In de auto studeerde ik ijverig verder en later pikte ik nóg een paar woorden en uitdrukkingen op. In die periode sprak ik beter Turks dan Wim! Mijn nivo is sindsdien 3 misschien 4 keer zo goed geworden, maar niet meer dan A2. Wim werd professioneel vertaler.

Ergens tussen Istanbul en Ankara mocht ik een stukje rijden en ging Mehmet Ali op de achterbank liggen. Doch ik had weinig rij-ervaring en überhaupt weinig talent en ik was niet gewend aan de Turkse wegen en aan de rijstijl daar. Met iemand die zó reed kon Mehmet Ali echt niet rustig liggen slapen. Al snel ging hij zelf weer achter het stuur zitten.
Via Ankara naar Aksaray, waar we eindelijk aan een cafétafeltje gingen zitten om wat te eten en te drinken. Voor onderweg hadden Wim en ik wat proviand meegenomen. Mehmet Ali dronk of at onderweg bijna niets.

Aangekomen in Kahraman Maraş beleefden we echt een cultuurchock, rechtsstreeks vanuit de Nijmeegse studentenwereld in Midden-Turkije gedropt.

Ook 's avonds laat was het nog heet in ons pensionnetje in Maraş. We keken naar buiten en zagen mensen op een dak. Ze zaten te kletsen en uiteindelijk gingen ze daar slapen, boven op het dak. Wisten wij veel dat dat heel normaal was?

 

Met excuus voor de kwaliteit van deze en andere foto's. Zelfs voor de stand van de toenmalige techniek zijn ze abominabel. Maar als je goed kijkt zie je hopelijk wat erop staat. Als ik het erbij zeg.
Het zijn ook maar weinig foto's, als je weet dat we een hele maand in Turkije waren. Fotorolletjes waren duur.

De volgende dag zagen we jongetjes van 5, 6 jaar op straat handig tussen de andere voetgangers door manoevreren met dienblaadjes vol glaasjes donkere thee onder hun hand bungelend. Zoals hiernaast, maar dan van simpel koper. Ze brachten de thee van het theehuis, çay evi, naar een restaurantje iets verderop in de straat. Daar maakte men blijkbaar geen thee.

Ik hoorde een van de jongetjes tegen een ander jongetje "Abi" zeggen.
Dat zeg je tegen een oudere broer, had ik net geleerd. En als ze 64 en 65 jaar oud zijn, zegt hij nog steeds "Abi". 

Van Kahraman Maraş gingen we naar Şanlı Urfa.
Daar gingen we op bezoek bij twee mannen die ons hadden uitgenodigd, maar die we eigenlijk niet erg goed kenden. Ik ben hun namen dan ook vergeten. De man achter mij en de man naast Wim werkten in Nijmegen.

Maar wie kan zich nog herinneren dat Wim er ooit zó uitzag?

Ze brachten ons naar een hoge rots met een mooi uitzicht op heel Urfa.

Aan de rand van de stad ontwaarde ik verbaasd zwartbonte Friese koeien.

Demirel Wiki hield een toespraak. Waar het was? Misschien nog in Urfa?

Vanaf het balkon hangt de nationale Turkse vlag. Die claimde Demirel. Net als Erdoğan Wiki nu.

In 1977 woedde een felle verkiezingsstrijd tussen de sociaal-democraat en kemalist Ecevit Wiki tegenover de conservatieve nationalist Demirel. Die was gematigd vergeleken met Turkeş Wiki en Erbakan Wiki.

Veel andere echt helemaal mislukte foto's heb ik weggegooid, maar deze oude vrouwen in zwarte kleren helemaal achter de bijeengekomen menigte aan wil ik toch laten zien.
En het lefgosertje in de boom natuurlijk.

En overal vrolijke, ondeugende jongetjes.

Op een dag liep er een groepje achter ons aan. "One, two, three.", schreeuwden ze.
Toen ik terugschreeuwde "Bir, iki, üç, dört, beş" renden ze in verwarring weg.

Ergens onderweg waar de bus stopte, zodat we even de benen konden strekken, zaten deze mensen te wachten.

 

We reisden in Turkije met bussen. Die waren best comfortabel en ze hielden zich redelijk aan dienstregeling.
Ik herinner me vooral het verfrissende reukwater dat uit de grote flessen in je handen werd gegoten als je dat wilde. Op gezette tijden liep de bijrijder daar de hele bus mee door.
Dat was geen overdreven luxe; de reis duurde vaak uren, een hele dag in de hitte.

Via Ankara gingen we naar een dorpje vlak bij Akşehir, daar woonde een Achmed (zijn achternaam ben ik vergeten), in heel sobere omstandigheden.

Terwijl de vrouwen abrikozen zaten te ontpitten om ze vervolgens op een kleed in de zon te laten drogen, zaten de heren toe te kijken.
Aan die traditie kon ik me heel makkelijk aanpassen.

Opmerkelijk trouwens dat een van de vrouwen zit te roken.

Of dit in Ankara was, weet ik niet meer. We zijn daar twee keer geweest, vóór en ná Samsun.

Er was heel wat sociale onrust in die tijd, stakingen waren niet echt zeldzaam. Nadat het leger van 1971 tot 1973 aan de macht was geweest, was er iets meer democratiese vrijheid, maar er waren nog veel politieke gevangen. Wij waren een beetje verbaasd, dat staken zomaar kon.

Terug in Ankara.
We waren verbaasd dat we in zo'n armoedige wijk terecht waren gekomen. Niet ver van het centrum van Ankara.


(de foto is het begin van een nieuwe rolletje, uit zuinigheid niet ver genoeg doorgedraaid)

 

Ik had het kleine meisje boven de droogstaande waterbron gevraagd om haar adres op te schrijven - dat ging haar beter af dan ik verwacht had. Dan zou ik haar een afdruk van de foto sturen. Toen het rolletje in Nederland ontwikkeld was, zag ik pas hoe klein ze erop stond.
En ik kon haar adres nergens meer vinden.
Ach, zo'n toerist belooft maar wat ...

Haar moeder zit aardappels te schillen of zoiets. Moet je wel heel goed kijken.

Opa zit de krant te lezen en op de baby te passen.

In dat aanbouwsel is een kruidenierswinkeltje gevestigd.

Naar Samsun, aan de Zwarte Zee (Kara deniz), een heel ander landschap; veel groen, maar dat zie je niet op een zwart-wit foto ;-)

In een dorp bij Samsun waren we op bezoek bij Achmed Şener. Hij staat druk gebarend te praten met dorpsgenoten.
Wim staat op gepaste afstand te luisteren, toen kon hij nog nauwelijks een woord Turks verstaan.

Alles wat ik zag, deed me heel erg aan Casteren denken, het dorp waar ik geboren ben. Maar dan de meest ouderwetse hoekjes van het dorp in mijn vroegste jeugd, waar je nog net kon zien hoe het nog vroeger geweest moest zijn.
Hier was het nog steeds zo, maar dan van nóg langer geleden.
"Pittoresk" in reisburofoldertaal.

In de planken schuur links, boven de grond, werden tabaksbladeren gedroogd, Als ik het me goed herinner.
Iets verderop stond de schuur waar de Hoca (dorpsonderwijzer) tabaksbladeren te drogen had hangen. Als bijverdienste; of misschien was het wel zijn hoofdverdienste.

Deze manier van dorsen heb ik in Casteren niet meer gezien. Misschien hebben ze het in de Kempen zelfs nooit zo gedaan.

 

 

We gingen terug via Ankara naar Istanbul en daarna als echte gymnasiasten naar Çanakkale, de hopen stenen die volgens de folders ooit Troje moesten zijn geweest.

In Izmir zaten we op een ochtend op het terras van een theehuis, toen we deze groep mannen op straat zagen staan.
Het bleken dagloners die op werk voor 1 dag stonden te wachten.

En als je geen werk hebt gevonden voor vandaag, zit er niks anders op dan thee drinken.

Een straat in Izmir.

Er waren ook modernere wijken.

En beton in aanbouw.

Weer terug in Istanbul.
Met een handkar gaat deze man de winkels in de nauwe straatjes van het centrum bevoorraden.

Sjouwers met enorme lasten op hun rug op weg naar de winkels.

De markten waren wél gezellig.

In een klein straatje vlakbij het centrum van Istanbul was een houtzagerijtje.

De haven met uitzicht op het Aziatiese deel van Istanbul aan de andere kant van Boğaz, de Bosporus.

Tot slot hebben we ook nog een toeristies plaatje geschoten.

Maar misschien heb je al wel ooit mooiere foto's van de Aya Sofia gezien ...

Deze kaart hebben we niet gebruikt tijdens de reis, ik heb hem pas op een van de laatste dagen in Istanbul gekocht. Hij was bedoeld voor het lager onderwijs, maar werd daar toen al niet meer gebruikt. Intussen is er trouwens een herindeling van de provincies geweest.

Met een rode pen heb ik onze route ingetekend, maar dat is alleen te zien als je de kaart uitvergroot bekijkt, door er met rechts op te klikken.

Door de abominabele papierkwaliteit is het omslag nog meer versleten dan de kaart.

Opmerkelijk is het plaatje van de wolf.
Afkomstig uit de Turkse mythologie is de wolf door de extreem-rechtse Grijze Wolven Wiki geclaimd als symbool voor het echte, oorspronkelijke Turkse ras, op dezelfde manier als de Nazi's de swastika Wiki hebben geclaimd.



     Reageren