Dit is de tekst van een praatje dat ik gehouden heb op de Heidag van 2013-10-01,
met dien verstande dat de toespraak veel korter was, er was onvoldoende tijd.

Vroeger, toen alles veel beter was.
Een vergelijking van de Gastarbeidwinkel met het Inter-lokaal

Ik ga het begin van de Gastarbeidwinkel (GAW), in de jaren '70 van de vorige eeuw, vergelijken met het Inter-lokaal (HIL) van nu. Niet om te proberen om terug te keren naar die tijd, maar als inspiratie voor de toekomst.
De GAW, daar kunnen de meesten van jullie niet over meepraten, maar dat verhaal klopt wel zo’n beetje en het is te verifiëren Wat ik zeg over HIL is mijn particuliere mening. Ik vind iets van HIL, zoals jullie er allemaal iets van vinden.
Van de actuele gang van zaken in verschillende werkgebieden weet ik eigenlijk heel weinig, ik geef alleen Nederlandse les, pardon, taalondersteuning. Nog steeds met heel veel plezier.
Ik ben een schoolmeester en ik zeg het soms zwart-wit, maar ik denk met de kleur van mijn hart.

1. Ons startpunt was Politiek
We wilden gastarbeiders helpen, de acute nood aanpakken, maar duidelijk vanuit een politieke analyse. We wilden niet alleen individuele buitenlanders helpen, we wilden de maatschappij veranderen.
Naast het spreekuur waren we óók een actiegroep.
We waren er van overtuigd dat het kapitalistiese systeem niet deugde en daar wilden we tegen vechten.       
(Achteraf: de olifant en een paar dappere muizen…  -  maar toch, er is door het gezamenlijk duwen van heel veel mensen van alles veranderd in die tijd)
Nu
Het Inter-lokaal is geen aktiegroep. Moet dat ook niet zijn. Punt.
Maar misschien kunnen we soms wat meer aan de weg timmeren, onze stem wat luider verheffen, wanneer praten en bellen en schrijven, procederen en vergaderen niet helpen.
Misschien kunnen we toch meer doen dan pleisters plakken. Dweilen moet natuurlijk eerst, maar soms is het niet voldoende individuele gevallen te helpen, je kunt ook proberen de kranen dicht te draaien, al is dat moeilijk, zeker als die kranen niet deugen… maar toch.

Kapitalisme heet nu “vrije markteconomie” en kapitalisten worden “de financiële markten” genoemd, maar de economiese ongelijkheid is misschien nog groter geworden. Vanwege die economiese ongelijkheid proberen nog steeds grote stromen mensen Europa binnen te komen, soms met gevaar voor eigen Leven en vaak tevergeefs. De fysieke en de papieren barrières zijn enorm.
Naast de nadelen van de liberale vrije markteconomie hebben de prachtige waarden van vrijheid van meningsuiting enzovoort in het Westen een enorme aantrekkingskracht op mensen uit landen met minder vrijheid.
Er is niks tegen migratie, maar migratie die veroorzaakt wordt door een gebrek aan vrijheid of aan geld in het land van herkomst, dat is zorgelijk.
HIL heeft dagelijks te maken met buitenlanders die vanwege geld en/of vrijheid hiernaartoe komen.

2. We hielden ons bezig met de politiek in de landen van herkomst
De politiek in Turkije en Marokko hielden we heel goed bij, we deden ook mee aan aksies tegen de situatie daar.
Nu
Als het gaat over landen van herkomst dan kunnen door individuele personen zich daar wel mee bezig houden, maar niet als medewerker van HIL.
Er waren in het begin geen buitenlanders lid van de GAW, nu werken hier mensen uit veel herkomstlanden, daardoor is er vaak een sterke band met herkomstlanden, binnen of buiten het kader van HIL.

3. De GAW was democraties
Alles werd besloten in de plenaire vergadering, een keer per week. 1 man / 1 vrouw, 1 stem. Soms werd er wel het een en ander in de wandelgangen voorgekookt. En degene met de grootste mond had méér dan 1 stem ;-)
We waren een collectief. Er was geen directie boven ons.
We vonden trouwens: baas in eigen buik en baas over je eigen werk.
Nu
Het zou natuurlijk absurd zijn: meer dan 100 medewerkers elke week bij elkaar komen in een grote zaal als deze en dan beslissingen nemen.
Maar dat de top in zijn eentje alles beslist, dat is het andere uiterste.
Toch begint HIL langzaam een klein beetje op een hiërarchiese lijnorganisatie te lijken. Dat staat niet alleen heel ver af van onze idealen van toen, ik denk dat het op den duur ook slecht voor de kwaliteit van het werk.
Voor het goed blijven functioneren van HIL is het ontzettend belangrijk, dat iedereen zijn stem laat horen. En dat moet je zó krachtig doen dat je ook gehóórd wórdt.
Of geluiden van onder naar boven, naar direct leidinggevenden en dan verder omhoog, goed doorgegeven kunnen worden op dit moment, dat kan ik eigenlijk niet goed beoordelen, maar ik heb mijn twijfels.
Ik denk dat een Ondernemingsraad, hoezeer ik de inzet van de leden waardeer, hiervoor niet het geëigende kanaal is.

4. We waren Onafhankelijk, we wilden ons nergens aan binden.
Om het spottend te zeggen: we wilden niets te maken hebben met de gevestigde orde, niet met de uitbuiters en niet met de overheid die zorgde dat het rustig bleef.
We kregen geld van een paar fondsen en vanaf het begin ook een beetje van de gemeente we waren als de dood dat we daar afhaankelijk van zouden worden. We wilden absoluut niet “een verlengstuk van de gemeente” worden.
Nu
De financiële onafhankelijkheid, de band met de gemeente is veel groter geworden. Iemand met twee jaar ervaring zei: HIL is de staart van de gemeente.
Maar onafhankelijk blijven in denken, vasthouden aan eigen principes, ongeacht de standpunten van regering, gemeente of politieke partijen, dat kan nog steeds.
Of we er ook in slagen die ideeën gerealiseerd te krijgen, dat is een tweede.
Dat heb je zo met idealen.

5. We waren puur een vrijwilligersorganisatie, op eigen initiatief
Niemand was financieel afhankelijk van GAW. We deden het naast onze studie of met een bijstandsuitkering.
Al snel kwamen er wat gesubsidieerde baantjes, voorlopers van ID banen en participatiebanen, maar inhoudelijk konden we doen wat we nodig vonden, wat ons zinvol leek, waar we voor gemotiveerd waren, wat we leuk vonden. Interesse in andere culturen speelde daarbij een rol, niet alleen bij de leden die culturele antropologie studeerden.
Als je een voorstel deed voor een nieuwe aktiviteit en het voorstel werd aangenomen, dan wist je wat je je op de hals haalde: ook voor de uitvoering van je voorstel moest je zelf het voortouw nemen.
Nu
Er werken heel wat vrijwilligers bij het Inter-lokaal, maar als geheel is het absoluut geen vrijwilligersorganisatie, de mensen die hier werken hebben niet op een dag de koppen bij elkaar gestoken en gezegd: laten we dit eens samen gaan doen.
En er is nu een grote ongelijkheid wat inkomen betreft.
Maar toch:
kijk wat je zelf graag wilt doen en wat je nodig vindt, natuurlijk binnen het kader van afspraken en taakstellingen en in overleg. Maar als je zelf iets belangrijk vindt moet je er voor gaan. Niet alleen maar doen wat je moet doen, omdat je er voor betaald wordt. Als iedereen zelfstandig nadenkt over de manier waarop de gezamenlijke doelen bereikt kunnen worden, kunnen we méér voor elkaar krijgen.

6. We probeerden onze studie zinvol in te vullen.
Naast het vrijwilligerswerk studeerden de meesten van ons aan de universiteit.
We schreven scripties, maar niet alleen om af te studeren, we probeerden een nuttige bijdrage te leveren aan de samenleving.
De eerste ideeën voor de Werkgroep Gastarbeid werden geboren tijdens de bezetting van het Erasmusgebouw van de Radboud Universiteit, die heette toen nog Katholieke Universiteit Nijmegen. We hadden die 20 verdiepingen bezet, omdat we een linkse docent wilden en de professoren zijn benoeming tegenhielden, hoewel de beslissing daartoe genomen was door een vlak daarvoor ingestelde demokratiese sektieraad.
Nu
Sinds de zeventiger jaren proberen opleidingen, met name MBO en HBO, steeds meer om studieopdrachten aan te laten sluiten bij de praktijk van de werkplek. Dat is een vooruitgang.
Maar helaas. Mijn werk is onder andere het corrigeren van onderzoeksvoorstellen en verslagen; dan zie ik vaak dat, hoe zal ik het netjes zeggen, “de eisen van de opleidingen niet altijd goed aansluiten bij de eisen van de praktijk”. Er is vaak  een “spanningsveld” tussen die twee. Botgezegd bedoel ik: de studenten worden door de HAN en ook,  in veel mindere mate, door Rijn IJssel gedwongen om heel omslachtige verhalen te schrijven. HAN-taal waar ik als doctorandus met Grieks en Latijn in mijn pakket me de nek over breek. En het onderwerp van zo’n verslag is vaak een probleem dat de stagiaire maar genomen heeft, omdat je nou eenmaal een “signaal” (=probleem) moet vinden, dat past in de opdracht. Uitzonderingen daargelaten levert het vrijwel niets op voor het werk.

Op zich is dat probleem niet nieuw, toen was de afstand tussen opleiding en samenleving misschien nog wel groter. We moeten blijven proberen daar wat aan te doen.

7. Alleen gericht op buitenlanders en goedkoop
We hadden de GAW opgericht, omdat we vonden dat speciale spreekuren en dergelijke voor buitenlanders nodig waren. Toen al waren er bij de gemeente geluiden, dat categorale instellingen, speciaal voor buitenlanders achterhaald waren, buitenlanders zouden veel beter van algemene voorzieningen gebruik kunnen maken, dat was efficiënter.
Tja, wij kregen slechts een klein beetje subsidie, we waren dus heel goedkoop en we namen de gemeente een hoop werk uit handen. Maar ze vonden ons toch al te duur.
Nu
HIL is steeds meer geïntegreerd in de reguliere hulpverlening.
Maar de reguliere instellingen hebben toch minder kaas gegeten van allerlei soorten allochtonen als wij.
De specifieke expertise die het Inter-lokaal heeft moet behouden blijven.
Wanneer alle buitenlanders helemaal geïntegreerd zijn, dan zijn er voor hen ook geen speciale voorzieningen meer nodig.
Ik heb zo het idee dat dat nog niet het geval is 😀
En ook HIL is supergoedkoop, heel veel mensen werken voor het minimumloon of met een uitkering, zelfs ónder het minimumloon.
En er wordt werk geleverd waar de gemeente niet aan kan tippen. Ik denk dat we fors aan de bel moeten trekken. Er moet bezuinigd worden, maar door op HIL te beknibbelen, wordt het voor de maatschappij als geheel alleen maar duurder.

8. Flexibel
Ondanks het feit dat we er stellig van overtuigd waren, dat we de waarheid in pacht hadden en ondanks onze bevlogen idealen waren we ook flexibel, creatief en realisties. We speelden in op nieuwe ontwikkelingen, hadden een scherp oog voor de actuele situatie.
Nu
In dezelfde geest is de naam GAW later veranderd in HIL. Als dat niet gebeurd was, met de bijbehorende nieuwe initiatieven, dan was de GAW dood gegaan, net als zoveel uit die tijd.
De flexibiliteit is sindsdien alleen maar toegenomen en de creativiteit is zeker niet minder.

9. We waren ontzettend eigenwijs
Wat we zeker niet deden:
Luisteren naar oude opa’s die het allemaal beter wisten.

Dankjewel



     Reageren