Juffrouw Sien (Castelijns), hierboven op de foto(* nr.88), was mijn allereerste juf op de kleuterschool, zó lief.
En toch ben ik één keer heel opstandig geweest. Ik weigerde koppig te doen wat ze zei. Ik herinner me die hele heibel nog steeds heel goed, onze vádder kwam er bij. Het gevoel van recalcitrant zijn, "ik doe het niet", "Jij kunt mij lekker niet dwingen". Waarover het ging? Geen idee.

Op de basisschool in Casteren waren drie klaslokalen, in elk lokaal één leerkracht, die moest dan aan twee klassen lesgeven.

Juffrouw Gonnie (Castelijns) staat niet op de foto, ik heb wel een bidprentje.
Zij deed de eerste en de tweede klas. Zij was óók zo lief en van haar heb ik leren lezen en schrijven, met van die ouderwetse lange lussen. Terwijl wij, in de eerste klas, letters en woordjes over moesten schrijven, legde zij véél interessantere dingen uit aan de tweede klas. "Niet mee zitten luisteren Flip, kijk in je eigen schrift!" Dat schrijven ging niet geweldig.
Maar toch: zij heeft mij, met veel aandacht en liefde, leren lezen en schrijven!
Dat is de basis voor alle theoretiese kennis. En als de basis goed is ...
Dat professoren zo veel meer verdienen als leerkrachten van de basisschool is niet terecht.

Later, toen we al op de Ir. van Meelweg woonden, kwamen er "jong jufkes" van de kweekschool; die hadden daar modern leren schrijven, zónder lussen. Dat lieten zij ons ook doen, dat was heel verwarrend. Netjes schrijven was toch al niet mijn sterkste kant, van toen af werden het echt hanepoten.
Die "jong jufkes" kwamen helemaal op de fiets uit Oirschot. Als de school uit was, moesten die dezelfde kant op als wij, richting Westelbeers en soms fietsten we een heel eind samen met die grote meiden. Dat voelde heel raar.

Meester Louwers (mister Laawers) de derde en de vierde klas, hierboven op de foto (* nr.88).
Van mister Laawers herinner ik me vooral dat hij een plattegrond van de klas op het bord tekende: de ramen, de vensterbanken met planten, de deuren, het schoolbord met het krijtbakje, alle banken met onze namen erbij en de lessenaar van de meester natuurlijk.
En de volgende les de hele school. En daarna heel Casteren, alle huizen en straten en buurtschappen. En tot slot de hele Kempen, inclusief alle acht zaligheden en met Tilburg, Eindhoven en de Belgiese grens als afbakening. Toen hing hij de kaart van heel Nederland voor de klas. Dat was niet moeilijk meer, wij (ik in elk geval) konden kaartlezen. Hoeveel weken dat het in totaal duurde weet ik niet meer, maar zó heb ik Aardrijkskunde geleerd.
En dat je altijd bij de ervaring van de leerlingen moet beginnen.

Meester van Gool van de vijfde en de zesde klas.
Mister van Góól staat ook niet op de foto.
Ik moet bij hem in de klas gezeten hebben toen ik dacht: "Later schrijf ik een boek!"

Nota bene: de meesters werden bij hun achternaam genoemd, van hen kenden we de voornaam niet; de juffrouwen werden altijd bij hun voornaam genoemd, zonder achternaam!

De foto is gemaakt vóór de school, door een professionele fotograaf. Het paard nam hij mee van dorp naar dorp.
Niemand valt het op, maar ik geneerde me verschrikkelijk voor dat witte driehoekje van die onderbroek die onder mijn korte broek uit kwam.



     Reageren