Ik heb oren in mijn hoofd. Ik heb ook 2 oren aan mijn hoofd, maar daar wil ik het even niet over hebben.

Veel mensen laten een oor in mij achter. Soms is het een klein oortje, na een korte ontmoeting, zo'n oortje is vaak na één dag al weer weg. Mensen die ik goed gekend heb, mijn vader!, mijn moeder!, mijn broers en zussen, leraren en therapeuten laten hun oor veel langer in mij achter. Die oren blijven allemaal in mijn hoofd tot ik niet meer tegen ze praat.

Als ze in mijn hoofd zitten, praat ik de godsganse dag tegen die oren, aan een stuk door. Soms tegen 1 oor, soms tegen een heleboel tegelijk. Soms spitsen de oren zich, soms staan ze te klapperen, soms fronsen ze hun voorhoofd. Meestal luisteren ze gewoon. Instemmend of afkeurend. Dat hangt af van de persoon van wie de oren geweest zijn. Oren van mensen die mij een luisterend oor geboden hebben zijn altijd Ok.

Er is ook een oor van mijzelf in mijn hoofd, daar praat ik ook tegen, soms luistert het goedkeurend, soms wordt het boos.

Soms lijkt het wel of ik verantwoording moet afleggen aan de oren.
Dat is allemaal niet erg, zolang ik er geen last van heb ;-)
Ze luisteren naar mij 60 / 60 / 24 / 7.
Ze horen alles wat ik denk.
Het lijkt wel Big Brother. Of het Alleshorend oor van God en ook nog het Alziend oog van God. Wiki

Ik discussieer ook met de oren in mijn hoofd, ik zet het gesprek met hun eigenaren voort, ik zeg soms iets tegen ze om te kijken hoe ze reageren vóór ik een beslissing neem, en ik vraag ze wel eens iets.
Oren kunnen natuurlijk niet praten, dus dan vul ik zelf de antwoorden voor hen in. Ik krijg dan een soort echo van mijn eigen gedachten, maar de vorm van de oren verschilt heel erg, dus de echo's zijn anders, afhankelijk van de persoon van wie het oor afkomstig is.

Als de oren uit zichzelf beginnen te praten, opmerkingen maken over wat ik doe, zelfs de rol van de katholieke stem van het geweten Wiki gaan overnemen, dan wordt het tricky, dan moet ik oppassen, dan is er iets niet pluis, want oren horen niet te praten. Maar ook al zeggen ze niks, ik wéét wat ze denken, wat ze zouden zeggen als ze kónden praten.

Dat begint te lijken op stemmen horen in mijn hoofd, en dat wil ik niet.
Kom zeg, ik wil niet iemand zijn die stemmen hoort. Umc Utrecht.



     Reageren