Soms voel ik me down, really down, down on the ground. Dan kan ik niet meer, dan wil ik niet meer, dan is alles zwart, onmogelijk, hopeloos. Dan heb ik het gevoel dat ik helemaal op de bodem van het Leven zit. Als je dat gevoel niet kent: ik kan het je niet laten voelen, zoals ik niet weet hoe weeën voelen of een acute blinde-darm ontsteking. Maar wees blij.
Ik zeg wel eens: als een aanbod zou krijgen: één been laten afzetten en dan gegarandeerd nooit meer depressief worden? Morgen! Of vandaag nog.

Ik heb ooit een zelfmoordpoging gedaan. Ook dat mislukte.
Ik had dat in een opwelling gedaan. Daarna heb ik nóg eens zelfmoord willen plegen. Maandenlang was ik er mee bezig. Dit keer wilde ik het weloverwogen doen. Met een afscheidsbrief en zo.
Ik kon het niet.
Toen ik me dat realiseerde, dacht ik : OK, als je jezelf niet dood wilt / kunt maken,
dan moet je maar Leven.
Dan moet je er maar iets van maken.

Tegenwoordig ben ik soms nog steeds down en depressief, tegenwoordig noem ik dat LaagPool,
alles zwart,
ik niks,
mijn bestaan onmogelijk,
de wereld hopeloos,
verbetering onvoorstelbaar, 
het gevoel dat ik helemaal op de bodem zit, heel dicht bij de dood, helemaal aan de grond. Dan wil ik er ook helemaal niks meer van maken. Het is niks en ik wil niet meer. IK doe niet meer mee.

Als het dan weer over is, denk ik: ik heb echt op de bodem gestaan, heel dicht bij de dood, de basis van het leven.
Nu weet ik waar alles ophoudt, waar de bodem is, de harde rots, waar ik nu op sta.
Een basis om verder te leven. Stevig. Onwrikbaar.

 

Ik vertelde dit aan Kira.
Toen ik het vertelde keek ze mij begrijpend, meelevend, peinzend aan en zei:

Ja, dat gevoel ken ik, dat heb ik ook wel eens gehad, een paar maanden geleden nog.
Het gevoel dat ik helemaal onder in de put zat, niet verder meer naar beneden kon.

En toen hoorde ik opeens iemand kloppen, zei ze,

van onderen.



     Reageren