In een interview hoorde ik een voetbaltrainer eens zeggen, over een van zijn spelers:

Soms speelt hij de sterren van de hemel,
soms bakt hij er helemaal niets van.
Daar kun je niet op bouwen op zo'n jongen.

Tja, bipolair, dat is lastig voor de omgeving. Je moet als het ware iedere keer omgaan met een andere persoon. De ene dag moet je hem afremmen, een tijdje later probeer je hem op te beuren en dat lukt allebei niet.
Vooral omgaan met een depressieve persoon is erg zwaar. Ik heb dat zelf ook wel eens ervaren, als iemand anders depressief was. Je probeert iemand tot steun te zijn en die reageert gewoon nergens op, het heeft allemaal geen effect.

Maar vergeet nooit:
voor die persoon zelf is het het moeilijkst, -tig keer zo moeilijk.

Wat mij betreft, ik heb het meeste last van LaagPool. Ik zit dagenlang, wekenlang in een sombere stemming waar ik niet uitkom en dat besef ik donders goed. Maar ik WIL niet meer.
En dat beseffen maakt het alleen maar erger: een neerwaartse spiraal.

Voor die stervoetballer zelf is het veel erger dan voor zijn coach. Hij beseft heus wel, dat hij er niks van bakt, en wil liever onder het gras verdwijnen.
HoogPool is voor hem niet zo'n probleem: hij speelt helemaal te gek. Alleen als hij drie Ferrari's tegelijk gaat kopen wordt het problematies.
Ook bij mij, als ik dénk dat ik God ben, of een genie, dat is best prettig. Als ik het niet te gek maak, is dat voor anderen ook leuk.

Omgaan met iemand met lichamelijke tekortkomingen is lastig. Als iemand blind is, op krukken loopt of helemaal uitgeput is moet je daar rekening mee houden en dat is vaak erg lastig voor de naasten.

Maar omgaan met iemand die geestelijke tekortkomingen heeft, iemand die depessief is bijvoorbeeld, dat is veel  lastiger:

Waarom maak je het jezelf zo moeilijk?
Zo erg is het toch niet met jouw situatie?
Zet je eroverheen!
Het komt wel weer goed.



En hoe moeten anderen in hemelsnaam omgaan met aanstelleritis?



     Reageren